Als u het twee verdiepingen tellende fabriekje binnenkomt heerst er een serene rust. Slechts wat stemmen en het getik van mesjes en rolletjes op de zinkjes zijn hoorbaar.
Op de verdieping liggen voorraden ruwe tabak in optimale omstandigheden opgeslagen terwijl op de zolder de versnipperde tabak in alle rust ligt te drogen.
Wij verwerken uitsluitend hoogwaardige ruwe tabakken uit Brazilie, Cuba en Indonesie.
Onze sigaren worden met de hand in verschillende fasen vervaardigd.
Allereerst worden de ruwe tabakken verwerkt tot zogenaamd “binnengoed”. Hiervoor gebruiken wij “Braziel”, zoet en zwaar; “Havana”, helder en pittig; en “Java”, licht en zacht.
Deze soorten worden afzonderlijk vochtig gemaakt, ontnerfd, versnipperd en weer gedroogd. Dit drogen gebeurt op de houten zoldervloer op niet-geforceerde, natuurlijke wijze, waardoor het specifieke aroma van de tabak behouden blijft.
De volgende stap is het “bosjesmaken”. Het binnengoed wordt van het Java-omblad voorzien en in de welbekende sigarenvormen geperst. Na een nacht persing en droging worden de bosjes gekeerd (een kwartslag gedraaid) en wederom geperst. Vervolgens worden de uitstekende delen afgesneden. Vervolgens worden de bosjes op de werktafel voorzien van het dekblad, het zogenaamde “opdekken”.
Dit is een zorgvuldig handwerk waarbij het exclusieve “Sumatra”-zandblad wordt verwerkt. Tenslotte worden de sigaren gesorteerd op kleur, in houten kistjes verpakt en verder gedroogd.